Laat ik meteen beginnen met een stukje historie (want wie houdt er niet van geschiedenis): toen ik zelf een jaar of acht was, kreeg ik zakgeld. Eén gulden per week, netjes op zondagmiddag uitbetaald. Wat ik ermee deed? Snoep kopen. Of sparen voor een zak chips, zodat ik Flippo’s kon verzamelen. Budgetteren? Een volledig onbekende term. Later, toen ik op mezelf ging wonen, had ik werkelijk geen flauw benul hoe ik mijn geld moest indelen. Sparen voor de huur, vaste lasten, iets apart zetten voor noodgevallen? Het leek hogere wiskunde of een vorm van kwantumfisica.
Precies daarom begint leren omgaan met geld dus thuis. Niet op school. Niet pas als je achttien bent. Maar gewoon aan de keukentafel, met je kind en een klein bedrag per week. Zakgeld is een oefening. In keuzes maken. In sparen. In verleidingen weerstaan. In leren dat als geld op is, het ook echt op is.
Bij ons thuis hebben we het ‘zakgeldspel’ inmiddels aardig onder de knie. Floris (bijna 12 jaar) krijgt wekelijks een bedrag dat hij deels mag uitgeven en deels moet sparen. En ja, ook hij heeft zich wel eens verrekend of verkeerde financiële keuzes gemaakt. Maar juist dan ontstaan de mooiste gesprekken. “Pap, als ik nou volgende keer eerst kijk wat ik écht wil kopen en het dan pas meeneem?”. Precies dát is de les. En Sevijn (onze jongste van net 3 jaar)? Die krijgt natuurlijk nog geen zakgeld, maar speelt inmiddels wél met lege portemonnees alsof hij boodschappen doet. Voor ik het weet, wil hij zijn eigen pinpas hebben.
Inhoudsopgave
Waarom zakgeld geven?
Zakgeld is geen beloning voor goed gedrag. Ook geen omkoping omdat je kind braaf in bed lag of zijn bord leeg at. Zakgeld is een middel om kinderen te leren omgaan met geld. Punt. Niets meer, niets minder. Kinderen die van jongs af aan zakgeld krijgen, leren eerder budgetteren, uitstellen van uitgaven en het belang van sparen.
Denk aan zakgeld als een soort financiële speeltuin. Kinderen mogen fouten maken, impulsief iets kopen en daar later spijt van hebben. Dat is niet erg, sterker nog: dat hoort erbij. Het is veel beter dat ze leren van die paar euro per week dan dat ze op hun 22ste ineens 600 euro aan sneakers kopen en niet meer weten hoe ze hun huur moeten betalen.
Wanneer begin je met zakgeld?
Zodra je kind een beetje besef heeft van geld, kun je starten. Dat is meestal rond een jaar of zes. Het moet wel nut hebben. Een kind van drie weet het verschil tussen een 1-euromunt en een koekje nog niet goed. Een zesjarige daarentegen begrijpt vaak al wel dat geld een ruilmiddel is en dat je er iets voor terugkrijgt.
Vanaf die leeftijd kun je kleine bedragen geven. Bijvoorbeeld op een vast moment in de week, contant of via een kinderspaarrekening. Kies wat bij jullie gezin past. Belangrijk is dat je consistent bent. Geen extraatjes tussendoor, geen voorschotten (tenzij het een lesmoment is!) en leg uit waarom iets wel of niet kan.
Hoeveel zakgeld geef je per leeftijd?
Hieronder een richtlijn. Dit zijn geen verplichte bedragen, maar wel een goed uitgangspunt om mee te beginnen.
Leeftijd 6-7 jaar
Bedrag: 0,50 tot 1 euro per week
Waarom: Op deze leeftijd leren kinderen eenvoudige keuzes maken. Een snoepje of sparen voor een klein speeltje? Ze beginnen met het besef van waarde en leren het verschil tussen ‘nu’ en ‘later’.
Leeftijd 8-9 jaar
Bedrag: 1 tot 2 euro per week
Waarom: Kinderen in deze leeftijd zijn iets zelfstandiger en kunnen al beter doelen stellen. Ze sparen bijvoorbeeld voor speelgoed of een boek. Dit is het moment om ze ook te leren wat iets kost en hoe lang ze ergens voor moeten sparen.
Leeftijd 10-11 jaar
Bedrag: 2 tot 3 euro per week
Waarom: Ze kunnen nu zelf dingen kopen, zoals cadeautjes voor vriendjes of iets lekkers in de pauze. Laat ze ook leren dat geld op kan zijn. Geef geen extra als ze alles in één keer uitgeven. Dat doet even pijn, maar is een waardevolle les.
Leeftijd 12-13 jaar
Bedrag: 3 tot 5 euro per week (eventueel per maand)
Waarom: Nu komt er meer bewustzijn. Misschien krijgen ze kleedgeld of een OV-kaart. Ze hebben meer behoefte aan zelfstandigheid, dus geef ook wat meer vrijheid. Laat ze zelf een budget maken voor bepaalde uitgaven.
Leeftijd 14-15 jaar
Bedrag: 10 tot 15 euro per maand (of meer bij kleedgeld)
Waarom: Je kind is nu een puber. Die koopt eigen spullen, gaat vaker naar de stad en wil mee kunnen doen met vriendjes. Help ze een overzicht maken van wat ze moeten kopen van hun zakgeld en wat jij als ouder blijft betalen.
Leeftijd 16+ jaar
Bedrag: afhankelijk van situatie (kleedgeld, bijbaan?)
Waarom: Op deze leeftijd is het tijd voor grotere verantwoordelijkheden. Denk aan kleedgeld, zelf abonnementen beheren of zelfs sparen voor een scooter of rijbewijs. Zorg dat je kind weet wat vaste lasten zijn en hoe je overzicht houdt.
Veelgemaakte fouten (en hoe je ze kunt voorkomen)
1. Zakgeld gebruiken als straf of beloning
Zakgeld moet voorspelbaar zijn. Als het afhankelijk is van gedrag, verlies je de leermogelijkheid. Natuurlijk kun je extraatjes geven voor klusjes in huis, maar dat is iets anders dan basiszakgeld.
2. Geen afspraken maken
Maak duidelijke afspraken. Wat mag je kind wel of niet kopen? Wanneer krijgt hij/zij het? Is het wekelijks of maandelijks? Op welke dag? Verwacht niet dat je kind zomaar snapt hoe het werkt.
3. Altijd bijspringen of teveel geld geven
Zeg je elke keer ja als je kind tekort komt, dan leert het niet met geld omgaan. Beter een keer nee zeggen en samen bespreken hoe het anders kan. Teveel zakgeld heeft ook geen zin, daarmee leert je kind niet (of minder goed) hoe het om moet gaan met geld.
4. Geen inzicht geven
Laat je kind zien waar het geld naartoe gaat. Misschien met een schriftje, een app of een potjes-systeem. Hoe visueler, hoe beter. Ook als je gescheiden bent is het goed om samen op één lijn te zitten qua zakgeld.
Zakgeld is oefenen met het echte leven
Een van de mooiste gesprekken had ik met mijn oudste zoon Floris toen hij 9 was. Hij wilde per se een bepaald legopakket kopen van zijn zakgeld. Na zes weken sparen kwam hij erachter dat het product niet meer leverbaar was. Flinke teleurstelling natuurlijk. Maar in plaats van boos te worden of af te haken, besloot hij het bedrag apart te zetten voor zijn volgende doel. Hij had geleerd: sparen is niet alleen geld opzij zetten, maar ook geduld hebben, plannen en omgaan met tegenslagen.
Zo werkt het in het echte leven ook. Daarom is zakgeld meer dan wat muntjes op zondagmiddag. Het is een investering in financiële opvoeding en die begint gewoon thuis!
Een klein beetje voorbereiding, een grote les voor het leven
Het maakt niet uit of je elke week een euro geeft of je kind zijn eigen kleding laat kopen. Het gaat erom dat je geld bespreekbaar maakt. Dat je uitlegt, meedenkt, vragen stelt en soms ook zelf toegeeft dat jij vroeger echt géén idee had hoe het allemaal werkte.
Met een beetje begeleiding van jou, geef je jouw kind iets waar hij zijn hele leven profijt van heeft: financiële zelfredzaamheid.
Tip: check ook eens de website van het Nibud over zakgeld. Zij hebben ook goede tips.